26 september 2014
|
Door:
heeee
Aantal keer bekeken
106
Aantal reacties
Khajuraho,
India
a
A
Grand Canyon van India
We rijden met een jeep naar de grand canyon van India, zoals de omgeving van de Ken-rivier wordt genoemd. Hoewel de stroom van de Ken-rivier wordt getemd door de Gangau Dam, is de waterval nog steeds indrukwekkend als een herinnering aan hoe machtig de Ken ooit was. De reusachtige rivier stroomt door de vulkaankrater en dat verklaard de veelkleurige rotsen aldus de lokale gids. Hij deelt steentjes uit van steensoorten als Japis en Basalt die hier gedolven worden. De canyon is diep en indrukwekkend. Dan laat hij foto's zien van de kolkende watermassa die de Kenrivier is tijdens de regentijd. Onvoorstelbaar hoeveel water er dan doorheen stroomt.
De gids wijst ons op de bomen om ons heen. De gomboom en de tendu bomen. De bladeren van de tenduboom worden gerold tot een bidi-sigaret (een vlok tabak gerold in het blad van de tendu) dit is de sigaret voor de arme mensen in Azië. Ook plukt de gids een blaadje van een andere boom, de naam ben ik vergeten. Hij rolt het blad helemaal fijn tussen zijn vingers en ineens heeft hij een soort rode pulp. Deze natuurlijke verf wordt gebruikt voor de rode stip op het voorhoofd. Grappig.
Jay heeft ons vooraf gezegd dat alle kosten zijn betaald, maar als we wat te drinken aangeboden krijgen, blijkt dit toch niet bij de prijs inbegrepen te zijn. Als we weer in de jeep stappen, bedenkt de gids dat we misschien ook wel even door de jungle kunnen lopen. Het tijgerpark is officieel nog wel dicht, maar.... zijn reden wordt al vlug duidelijk. Hij vraagt of we wel tevreden zijn, hij wil toch wel graag een fooi. Als we zeggen dat we die fooi al betaald hebben, dringt hij niet verder aan. Hij kon het proberen, nietwaar? We lopen speurend over het pad en zien in de verte een antilope. Daar blijft het bij. Logisch, de groep is te groot en maakt teveel lawaai. Dus keren we om en gaan terug naar de jeeps.
Onderweg zien we veel waterbuffels. Vrouwen die van alles op hun hoofd dragen, want takkenbossen tot grote volle tassen. Veel kinderen roepen om money of rennen ons zwaaiend achterna. We stoppen bij een klein huisje. Het erf van koeienmest en stro is mooi aangeveegd. Eerst worden we langs een moestuintje geleid met bananen en papaya's. Op het erf staat een vrouw te karnen. Ze heeft een lange spatel in een stenen pot en draait die spatel met een vlotte beweging rond door middel van een touw met twee klossen aan het uiteinde, die om de stok is gedraaid. Natuurlijk mogen we het allemaal even proberen. De zure melklucht klotst me tegemoet.
Voor het huisje, onder een afdak zit de dochter gehurkt op de grond. Onvoorstelbaar hoe lang mensen hier die houding vol kunnen houden. Maar misschien lukt het mij ook wanneer ik thuis alle stoelen en de bank verwijder. :-)
De dochter is een deeg aan het kneden van meel, zout en water. Naast haar brandt een takkenvuurtje, waarboven een schaaltje hangt. Ze pakt een stukje van het deeg, rolt het plat met een kleine deegroller en laat de kleine ronde pannenkoek op het schaaltje garen. Al snel haalt ze het van het schaaltje af en legt het nog even direct op het takkenvuurtje. Met vuurvaste handen draait ze het platte broodje (naan) nog een keer om, waarna de moeder het bestrijkt met de gekarnde boter en in stukjes verdeeld. We nemen het graag van haar aan. Een zout stukje naanbrood lusten we wel bij deze warmte.
Onder het afdak zitten ook twee kalfjes vast aan een touw. Een begint de kuit te likken van een medereiziger. Dat zal wel lekker naar zout zweet smaken, want het is warm en het loopt in straaltjes van ons af. We nemen afscheid en worden bij de weg opgewacht door een tiental kinderen die vragen om geld of eten. Eentje wijst op mijn waterfles en het voelt niet goed om het te negeren. Dus geef ik de fles, maar die wordt door twee kinderen tegelijk rap uit mijn handen gegraaid. Ineens kijken ze een stuk minder zielig.
We gaan weer terug met de jeep en vragen onderweg om fotostops voor waterbuffels, takkenbossen op hoofden, koeien op de weg en een herder met een luierdoek om. Deze laatste laat zich uitgebreid fotograferen en pakt de handen van een van ons vast. Hij grijnst daarbij al zijn twee ondertanden bloot. :-)
Onderweg zien we nog een tentenkamp. Het voelt respectloos om daar foto's van te maken. Jay had eerder uitgelegd dat de regering alle nomaden een huis had aangeboden, maar dat ze er zelf voor kozen om als reiziger in tenten te leven. Het klinkt plausibel, maar als ik de schrijnende armoede zie, vraag ik me af of het klopt of dat het weer een goed Hindoe-excuus is.